Deepfake it till you make it: EU-recht rond AI in aanloop naar verkiezingen

Tijdens de eerste maanden van een nieuw jaar worden er traditioneel verschillende goede voornemens gemaakt en blikt men volop vooruit naar wat de toekomst alweer in petto heeft. Voor 2024 is één ding alvast zeker: in juni trekken we met zijn allen naar de stembus om te kiezen voor zowel het Europees als federaal en regionaal niveau. In oktober wordt dit in België nog eens overgedaan voor de provincie-, gemeente- en districtsraden, terwijl de Amerikanen zich een kleine maand later zullen opmaken voor de zestigste presidentsverkiezingen.

Van stembus naar (gemanipuleerde?) uitslag

Deze drukke politieke agenda gaat wereldwijd gepaard met enkele terechte bezorgdheden i.v.m. het gebruik van artificiële intelligentie (AI). Zo ontstond in België al commotie rond een campagnefilmpje van CD&V waarin dankzij AI-technologie het overleden boegbeeld Jean-Luc Dehaene ‘herleefde’. In de Verenigde Staten kregen verschillende democraten in de staat New Hampshire dan weer telefoon met een vooraf ingesproken boodschap van (beweerdelijk) Joe Biden “om niet te gaan stemmen tijdens de voorverkiezingen” – maar opnieuw ging het om een zgn. ‘deepfake’.

Tussen fictie en werkelijkheid

Die laatste term is een samentrekking van ‘deep learning’ (een vorm van AI) en ‘fake (nep), en verwijst inderdaad naar synthetische digitale inhoud. Met behulp van ‘Artificial Neural Networks’ (‘ANN’), die zijn gebaseerd op ‘echte’ oftewel biologische neurale netwerken waarmee dieren zijn behept, kunnen systemen leren hoe zij taken moeten uitvoeren door te kijken naar voorbeelden zonder dat er specifieke regels in het systeem worden geprogrammeerd. Naast het ontdekken van patronen kunnen middels deze netwerken ook eenvoudig beelden en geluiden worden geproduceerd, die gebaseerd zijn en lijken op bestaand materiaal. Naar schatting zou op die manier negentig procent van de inhoud op het internet tegen 2026 kunstmatig zijn.

De maatschappelijke impact van zulke gemanipuleerde (politieke) inhoud valt niet te onderschatten. In een wereld waarin fictie en werkelijkheid steeds moeilijker van elkaar te onderscheiden zijn, is het moeilijk voor mensen om nog te weten wat ze moeten geloven en wat niet.

EU-regulering en ‘fake news’

Zoals gekend is de Europese Unie volop bezig met de juridische vragen die voormelde vaststelling doet rijzen.

In de eerste plaats bereikten de Raad en het Parlement op 9 december 2023 een langverwacht (voorlopig) akkoord over de ondertussen befaamde ‘AI Act’.[1] Daarin werden in artikel 52 verschillende transparantieverplichtingen opgenomen voor AI-systemen die beeld-, audio- of videomateriaal genereren dat als authentiek zou kunnen overkomen. Dat materiaal en dus de hierboven aangehaalde voorbeelden van ‘deepfakes’, zouden expliciet als dusdanig (‘kunstmatig gegenereerd’) moeten worden aangemerkt.

Daarnaast is er natuurlijk de ‘Digital Services Act’,[2] waaraan medio 2022 een verstrengde gedragscode rond desinformatie[3] werd gekoppeld. De ondertekenaars van die code, waaronder grote onlineplatformen zoals Google en Meta, hebben zich daarmee verbonden om o.a. de verspreiding van ‘deepfakes’ financieel minder aantrekkelijk te maken en gebruikers betere instrumenten aan te reiken om ‘valse’ informatie te herkennen, te begrijpen en te signaleren. Hoewel de code vrijwillig is (zo stapte X (voorheen Twitter) er vorig jaar nog uit), zou ze wel degelijk een nuttig hulpmiddel kunnen zijn in de strijd tegen nepnieuws.

Die strijd wordt tot slot overigens, zeker in het licht van de aankomende verkiezingen, danig opgevoerd. Met haar aanbeveling ‘ter verdediging van de democratie’ van 12 december 2023[4] maakte de Europese Commissie immers duidelijk hoe belangrijk het is om ook de informatieomgeving rond verkiezingen te beschermenZij moedigde politieke partijen en campagneorganisaties daarom aan om zich te onthouden van manipulatief gedrag dat een bedreiging vormt of negatieve gevolgen kan hebben voor waarden, procedures en politieke processen, zoals het produceren, gebruiken of verspreiden van ‘deepfakes’ (aanbeveling IV, 10 en 11).

Of daarmee alle politieke misleiding uit de wereld zal geholpen zijn voor de start van de Europese (en Belgische) verkiezingen is twijfelachtig. Maar minstens biedt de EU al enkele degelijke handvatten aan om zulks toch te proberen. Dat is in de Verenigde Staten wel anders. Daar worden vanuit de democratische instellingen helaas maar weinig grenzen gesteld aan hoe technologie mag worden gebruikt. Private initiatieven van bedrijven zoals OpenAI (het bedrijf achter het populaire ChatGPT), waaronder restricties op hun AI-diensten en op hun ‘deepfake’-technologie, dienen het voorlopig alleen te redden. In de aanloop naar een historisch politiek jaar blijft voorzichtigheid dan ook geboden, want anno 2024 is what you see clearly not always what you get.

Julie Petersen


Referenties

[1] https://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2023/12/09/artificial-intelligence-act-council-and-parliament-strike-a-deal-on-the-first-worldwide-rules-for-ai/, geraadpleegd op 24 januari 2024.

[2] Voorziene datum van inwerkingtreding voor alle platforms: 17 februari 2024.

[3] Beschikbaar via: https://digital-strategy.ec.europa.eu/en/library/2022-strengthened-code-practice-disinformation,geraadpleegd op 24 januari 2024.

[4] Aanbeveling (EU) 2023/2829 van de Commissie van 12 december 2023 over inclusieve en veerkrachtige verkiezingsprocessen in de Unie en het versterken van het Europese karakter en het efficiënte verloop van de verkiezingen voor het Europees Parlement.

Deel dit bericht

Terug naar overzicht