Webinars Ondernemingsstrafrecht 8 december : schrijf je in!Lees meerToo little too late volgens het Hof van Cassatie: zelfs hangende procedures van schuldbetwisting is een veroordeling wegens ‘laattijdige aangifte van faillissement’ mogelijk Lees meer
Waeterinckx Advocaten : een no-nonsense en gepassioneerd team...
Ons team investeert voortdurend in kennis en expertise, en vertaalt complexiteit in heldere en bruikbare adviezen. In geval van procedure kan u rekenen op een krachtdadige en pragmatische bijstand. Uw zorg is immers onze prioriteit.
Patrick Waeterinckx is gespecialiseerd in het straf- en strafprocesrecht, met een bijzondere focus op ondernemingsstrafrecht en witteboordencriminaliteit.
Willem Henckens is gespecialiseerd in geschillenbeslechting in de brede zin van het woord, met een bijzondere focus op het vennootschapsrecht en aansprakelijkheid in het algemeen.
Joost Huysmans legt zich toe op het straf- en strafprocesrecht, in het bijzonder alle facetten van het ondernemingsstrafrecht en de cassatieprocedure in strafzaken.
Martine Veyssière heeft een uitgebreide ervaring in Human Resources en Communicatie. Zij bekleedde verschillende leidinggevende functies in de energie- en petroleumsector.
Patrick Waeterinckx is gespecialiseerd in het straf- en strafprocesrecht, met een bijzondere focus op ondernemingsstrafrecht en witteboordencriminaliteit.
Patrick is licentiaat in de Rechten (Vrije Universiteit Brussel (VUB), 1997) en volgde en post-universitaire opleiding risk management, IPO (thans Antwerp Management School, 1998).
Na een carrière bij de rijkswacht (1985-1997) en als bedrijfsjurist in het bankwezen (1997-1999) trad hij in 1999 als advocaat toe tot de balie van Brussel (Bogaert & Vandemeulebroeke, later Landwell en Lawfort). In 2003 werd hij lid van de balie te Antwerpen waar hij werkte voor de kantoren Lawfort, Van Goethem Advocaten, Antaxius en Monard Law als vennoot. In september 2016 richtte hij zijn eigen kantoor op, Waeterinckx Advocaten.
Verder is Patrick Waeterinckx praktijklector in het strafprocesrecht aan de Vrije Universiteit Brussel. Sinds 2017 is hij lesgever en verbeteraar in de Bijzondere Beroepsopleiding Cassatieprocedure in Strafzaken. Voorheen was hij verbonden aan de Universiteit Antwerpen als praktijkassistent strafprocesrecht en de Antwerp Management School als docent. Hij is tevens geregistreerd als fraude-auditor bij het Institute of Fraud Auditors (IFA).
Patrick was in de periode 2016 tot 2018 expert van de Parlementaire Onderzoekscommissie “Minnelijke Schikkingen”.
In 2016 behaalde hij het getuigschrift ‘Bijzondere Opleiding cassatieprocedure in Strafzaken’.
Patrick wordt door ExpertGuides geciteerd als expert in “White Collar Crime” voor België.
Patrick Waeterinckx is auteur van diverse wetenschappelijke bijdragen in tal van tijdschriften en verzamelwerken en regelmatig spreker op wetenschappelijke studiedagen. Hij is lid van de redactie van de wetenschappelijke tijdschriften Nullum Crimen en RDC (Revue de droit Commercial Belge/TBH (Tijdschrift voor Belgisch Handelsrecht). Voor dat laatste tijdschrift is Patrick tevens coördinator voor het onderdeel ondernemingsstrafrecht.
30 april 2020:Webinar Balie Antwerpen: Actualia straf(proces)recht.
24 maart 2020:UA - CBR: Ondernemingsstrafrecht – Capita selecta aan de hand van recente rechtspraak.
24 september 2019:Seminarie bij Schoups advocaten: Witwassen: strafrechtelijke risico’s voor advocaten.
12 september 2019:SRV: De advocaat en witwassen – de (dikwijls vergeten) strafrechtelijke context.
20 juni 2019:Themadag Ondernemingsstrafrecht: Fiscaal strafrecht: knelpunten rond fiscale regularisatie en witwassen.
03 mei 2019:Colloquium 'Naar een nieuw Strafwetboek – Un nouveau Code pénal pour le futur?': Witwassen – Blanchiment.
30 november 2018:IBR (Instituut voor Bedrijfsrevisoren) – “Strafrechtelijke risico’s voor bedrijfsrevisoren en accountants”
6 oktober 2016: seminarie Instituut voor Bedrijfsjuristen “Criminal law and proceedings: de sancties: een gevaarlijke onbekende – les sanctions: une inconnue dangereuse”.
19 april 2016: permanente vorming de Conferentie te Antwerpen “Rechten van verdediging tijdens het strafonderzoek en de regeling van de rechtspleging”.
26 november 2015 en 25 februari 2016: seminarie van Studipolis te Gent en Antwerpen “Actualia verbeurdverklaring”.
20 oktober 2015: seminarie Nullum Crimen te Antwerpen “Actualia verbeurdverklaring” (met J. ROZIE).
9 december 2014: M&D-seminar te Antwerpen “Strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon en zijn leidinggevenden – een stand van zaken”.
3 en 5 december 2013: CBR-studiedag te Antwerpen en Gent “Bestuurdersaansprakelijkheid vanuit strafrechtelijk perspectief”.
29 november 2013: M&D-seminar te Antwerpen “De strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de leidinggevenden”.
20 april 2012: seminarie CD&V te Brussel “Aansprakelijkheid van lokale uitvoerende mandatarissen: de ‘perverse’ effecten en andere (juridische) problemen van de uitsluiting van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de zgn. ‘politieke’ rechtspersonen”.
15 december 2011 en 16 februari 2012: M&D-seminar te Antwerpen “De strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon en zijn leidinggevenden”.
8 juni 2011 en 11 mei 2011: M&D-seminar te Antwerpen en Gent “Einde bankgeheim en minnelijke schikking in strafzaken (Wet 14 april 2011): het verval van de strafvordering door betaling van een geldsom”.
3 mei 2011: M&D-seminar te Antwerpen “Integriteitsschendingen: een juridische benadering: corruptie en samenhangende misdrijven. Sneller strafrechtelijk verantwoordelijk dan gedacht”.
26 november 2010: seminarie vakgroep strafrecht VUB “Strafrecht … meer dan ooit: effent de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof (stilaan) het pad naar de distributieve toepassing van art. 2 Sw. ?”.
1 oktober 2010: seminarie Nederlands-Vlaamse Vereniging voor Strafrecht te Arnhem (Nederland) “De strafrechtelijke verantwoordelijkheid van leidinggevenden – in de economische context”.
11 en 22 april 2010: voorzitter studiecyclus VUB en UA “Fiscaal straf- en strafprocesrecht: zwarte vermogens, fiscale regularisatie en vermogensplanning” en “Belastingontduiking en problemen van fiscale invordering”.
9 en 25 maart 2010: studiecyclus VUB en UA “Fiscaal straf- en strafprocesrecht: beslag in fiscale strafzaken”.
4 maart 2010: voorzitter studiecyclus VUB en UA “Fiscaal straf- en strafprocesrecht: internationale en Europese administratieve samenwerking op fiscaal vlak en strafrechtelijke sanctionering” en “Het onrechtmatig bewijs in fiscale strafzaken”.
19 maart 2010: M&D-seminar te Gent “De strafrechtelijke verantwoordelijkheid van en binnen de rechtspersoon. De verhouding met de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de bestuurders”.
14 mei 2009: seminarie UA “Het onroerend goed in het straf(proces)recht: het onroerend goed als vermogensbestanddeel”.
11 april 2008 en 12 maart 2009: M&D-seminar te Antwerpen en Gent “Fraude en (onvoldoende) controle door de bedrijfsleiding: een stand van zaken”.
22 januari 2009: CBR-studiedag te Antwerpen “Omkoping en goede bedrijfspraktijken”.
17 oktober 2008: M&D-seminar te Antwerpen “Strafrechtelijke risico’s bij herstructureringen”.
25 september en 4 december 2007: M&D-seminar te Antwerpen en Gent “Witwassen en fiscale fraude”.
5 juni 2007: M&D-seminar te Gent “Actualia Strafrecht”.
8 november 2006: seminarie Hoge Raad voor Justitie “Economisch en financieel strafrecht: de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van twee vaste vertegenwoordigers uit het vennootschapsrecht”.
6 juni 2006: seminarie vakgroep strafrecht VUB “De groeipijnen van het strafrecht: de verwatering van het basismisdrijf als constitutief bestanddeel van het witwasmisdrijf”.
27 maart 2006: seminarie Provincie Oost-Vlaanderen “Delegatie van bevoegdheden in de context van Welzijn, Milieu en Duurzaamheid”.
22 november 2005: Roularta-seminar “Fraude – Responsabilisering van het bedrijfsleven in de 21ste eeuw: vijf jaar ervaring, vijf jaar toekomst”.
20 oktober 2005: M&D-seminar te Brussel “De strafrechtelijke verantwoordelijkheid van en in de rechtspersoon. Ziet u nog het bos door de bomen? Een casusgerichte analyse”.
2 juni 2005: M&D-seminar te Gent “Cooking the books – verslaggevingfraude”.
3 december 2004: M&D-seminar te Antwerpen “Risico’s bij herstructurering van vennootschappen. Enkele capita selecta. Het lot van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon bij herstructurering”.
28 november 2004: IFE-seminarie te Brussel “Responsabilité des dirigeants. La délégation de pouvoirs, un outil efficace pour limiter ou exonérer le dirigeant de sa responsabilité pénale”.
29 oktober 2004: CDGEFID-seminarie te Brussel “Follow the money. De jacht op crimineel geld”.
24 juni 2004: IFE-seminarie te Brussel “Hoe het juridische en fiscale beheer van een vennootschapsgroep optimaliseren? – Misbruik en vennootschapsgroepen: welke specifieke overtredingen? Welke sancties?” .
17 juni 2004: M&D-seminar te Gent “Bestuurders, zaakvoerders en commissarissen – Strafrechtelijke aspecten”.
11 juni 2004: XLIe Wetenschappelijk Congres Vlaamse Juristenvereniging “Toezichthouders”.
6 mei 2004: seminarie Universiteit Namen (FUNDP) “La loi du 4 mai 1999 instituant la responsabilité pénale des personnes morales. Évaluation après cinq années d’application.”
19 maart 2004: seminarie Kamer voor handel en nijverheid te Brussel “Bestuurdersaansprakelijkheid en bestuurdersverzekering”.
11 maart 2004: CDGEFID-seminarie “Open bronnen bij financieel rechercheren”.
12 februari 2004: Lawfort-seminar te Antwerpen “Bestuurdersaansprakelijkheid en bestuurdersverzekering”.
3 februari 2004: Lawfort-seminar te Antwerpen “Gijzelingen bij sociale conflicten”.
11 december 2003: IFA-IAF-paneldebat te Brussel “Inbeslagneming en verbeurdverklaring in strafzaken: een stand van zaken: de nieuwe regels inzake beslag en de impact ervan op het bedrijfsleven”.
21 oktober 2003: seminarie Kluwer “Strafrecht versus R.O. en milieu”
9 oktober 2003: IFA-IAF-seminarie te Gent “Inbeslagneming en verbeurdverklaring in strafzaken: een stand van zaken: de nieuwe regels inzake beslag en de impact ervan op het bedrijfsleven”.
11 september 2003: M&D-seminar te Antwerpen “De raad van bestuur, het directiecomité, adviserende comités en de vaste vertegenwoordiger”.
23 september 2003: EFE-seminarie te Brussel “Strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de bedrijfsleider: risico’s en sancties”.
22 mei 2003: M&D-seminar te Gent “De raad van bestuur, het directiecomité, adviserende comités en de vaste vertegenwoordiger”.
6 mei 2003: M&D-seminar te Antwerpen “Risico’s voor ondernemingen verbonden aan het opsporings- en gerechtelijk onderzoek”.
21 maart 2003: seminarie vakgroep strafrecht VUB “De strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon, overzicht van de eerste rechtspraak”.
13 februari 2003: Landwell-seminar te Antwerpen “Bestuurdersaansprakelijkheid en bestuurdersverzekering”.
12 februari 2003: Landwell-seminar te Brussel “Responsabilités des administrateurs en assurance gestionnaire d’entreprise”.
30 januari 2003: M&D-seminar te Gent “Risico’s voor ondernemingen verbonden aan het opsporings- en gerechtelijk onderzoek”.
28 januari 2003: IIR-seminar te Brussel “Ontdek het verschil tussen de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van natuurlijke personen (…) en van publiekrechtelijke rechtspersonen (…) om zo beter uw risico’s te beheersen”.
24 en25 oktober 2002: seminarie Standaard Uitgeverij te Antwerpen en Gent “Bestuurdersaansprakelijkheid en bestuurders-verzekering”.
17 september en17 oktober 2002: Landwell-seminar te Gent en Brussel “Strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ondernemingen en bedrijfsleiders: delegatie als juridische en managementtechnische oplossing”.
4 september 2002: IIR-seminar te Brussel “Kent u uw strafrechtelijke verantwoordelijkheid als aanbestedende overheid/als aannemer?”
28 mei 2002: seminarie PWC te Brussel “Beyond Corporate Governance: delegation of powers, a legal risk management instrument directed towards compliance and Corporate Governance”.
22 mei 2002: IIR-seminar te Brussel “De strafrechtelijke verantwoordelijkheid in relatie tot compliance”.
18 januari 2002: seminarie PWC “Criminal liability management”.
25 mei 2000: seminarie PWC “Uw onderneming en aansprakelijkheid”.
P. WAETERINCKX en M. VEYSSIERE, “‘Loslaten’ … en de toekomst van de advocatuur vormgeven”, Today’s Lawyer 2020, nr. 2.
M. DELANOTE en P. WAETERINCKX (eds.), Cryptomunten juridisch omsloten, Antwerpen, Intersentia, 2020, 180p.
P. WAETERINCKX, Ondernemingsstrafrecht – capita selecta aan de hand van recente rechtspraak, Antwerpen, Intersentia, 2020, 62p.
P. WAETERINCKX, "Ondernemingsstrafrecht. Capita selecta aan de hand van recente rechtspraak." , Intersentia, 2020, 62 p.
P. WAETERINCKX, “De strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon. Moet de regeling i.v.m. de lasthebberad hoconder artikel 2bisV.T.Sv. “op de schop” omwille van de afschaffing (?) van de decumulatieregel onder oud artikel 5, tweede lid Sw.?”,TBH-RDC2019, afl. 8, 949-971.
P. WAETERINCKX en R. VAN HERPE, “De rechten van de derde-eigenaar te goeder trouwversushet algemeen (strafrechtelijk) belang: het Grondwettelijk Hof stelt opnieuw duidelijk grenzen” (noot onder GwH 4 oktober 2018),NC2019, 44-45.
P. WAETERINCKX, “De strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon. Moet de regeling i.v.m. de lasthebberad hoconder artikel 2bisV.T.Sv. “op de schop” omwille van de afschaffing (?) van de decumulatieregel onder oud artikel 5, tweede lid Sw.?”,TBH-RDC2019, afl. 8, 949-971.
P. WAETERINCKX en R. VAN HERPE, “De rechten van de derde-eigenaar te goeder trouwversushet algemeen (strafrechtelijk) belang: het Grondwettelijk Hof stelt opnieuw duidelijk grenzen” (noot onder GwH 4 oktober 2018),NC2019, 44-45.
P. WAETERINCKX en R. VAN HERPE, “De wettelijke regeling i.v.m. de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon ontdoet zich na 19 jaar van twee groeipijnen,NC 2018, afl. 6, 541-560
P. WAETERINCKX, “De geldboete van de rechtspersoon. Het Grondwettelijk Hof en het Hof van Cassatie beoordelen en aanvaarden bepaalde ongelijkheden tussen de natuurlijke persoon en de rechtspersoon bij het opleggen van een geldboete”,NC2018/ 3, 275-277
P. WAETERINCKX and R. VAN HERPE, “Het Grondwettelijk Hof doorprikt de punctuele acupunctuur van artikel 28septies Sv.”, NC 2018/ 1, 29-34.
P. WAETERINCKX and R. VAN HERPE, “Het juridisch spanningsveld betreffende de cumulatie van bijzondere verbeurdverklaring van vermogensvoordelen en belasting”, TFR 2017/532, 925-934
F. DERUYCK and P. WAETERINCKX, “De rechtspersoon in het strafproces: nieuwe ontwikkelingen” in P. TRAEST, A. VERHAGE and G. VERMEULEN (eds.), XLIIIe Postuniversitaire Cyclus Delva –Strafrecht en strafprocesrecht: doel of middel in een veranderde samenleving?, Mechelen, Kluwer, 2017, 581-646.
J. ROZIE en P. WAETERINCKX, “Zet de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon het materieel strafrecht buitenspel?” in E. WYMEERSCH, R. HOUBEN en E. DIRIX (eds.), In het vennootschapsbelang. Liber Amicorum Herman Braeckmans, Antwerpen, Intersentia, 2017, 381-404
P. WAETERINCKX en L. MEIRENS, “Verdere verfijningen in de cassatierechtspraak betreffende het aanwenden van rechtsmiddelen door de lasthebber ‘ad hoc’ tegen de achtergrond van een wellicht te ruime interpretatie van diens beslissingsbevoegdheid” (noot onder Cass. 31 januari 2017 en Cass. 7 februari 2017)),RABG2017, afl. 13, 1061-1071.
P. WAETERINCKX, “Het aanwenden van rechtsmiddelen voor de rechtspersoon door de lasthebber ad hoc, een verdere verfijning van de rechtspraak van het Hof van Cassatie” (noot onder Cass. 6 september 2016), NC 2017, 78-21.
P. WAETERINCKX, “Is de overweging dat de aangestelde lasthebber ad hoc als enige bevoegd is om namens de rechtspersoon te beslissen over het aanwenden van rechtsmiddelen in overeenstemming met artikel 2bis V.T. Sv. en het vennootschapsrecht?”, RABG 2016, afl. 14, 1072-1081.
P. WAETERINCKX, “De cumul-decumulregeling onder artikel 5, tweede lid Sw. Noopt de letterlijke lezing van dit artikel tot het besluit dat bij opzettelijk handelen van de rechtspersoon en de natuurlijke persoon (cumul), eerstgenoemde altijd moet worden veroordeeld?” (noot onder Cass. 6 mei 2015), NC 2016, afl. 2, 157-161.
P. WAETERINCKX, “De eenpersoonsvennootschap en de grenzen van het antropomorfisme. Botst de autonome strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon werkelijk op haar grenzen bij de eenpersoonsvennootschap, of is dit het gevolg van rechtspraak die het antropomorfisme niet volledig doortrekt?”, NC 2016, afl. 1, 58-61
P. WAETERINCKX, F. VAN VOLSEM en F. DERUYCK (eds.), Strafrecht in de onderneming. Praktische gids voor bestuurders en zaakvoerders, Antwerpen, Intersentia, 2016, 872 p.
P. WAETERINCKX, “De kosten en erelonen van de lasthebber ad hoc. Dwingt het Grondwettelijk Hof de wetgever eindelijk tot de broodnodige (liefst integrale) wijziging van artikel 2bis V.T.Sv.?” (noot onder GwH 11 juni 2015), TRV-RPS 2017, 486.
J. ROZIE en P. WAETERINCKX, “Actualia verbeurdverklaring (2010-2015): alles stroomt, niets is blijvend”, NC 2015, afl. 5, 390-432.
P. WAETERINCKX, “De (afgeleide) rechten van verdediging van de rechtspersoon. Heeft een rechtspersoon het recht te zwijgen, eventueel met of zonder bijstand van een raadsman?”, NC 2015, afl. 2, 73-95.
P. WAETERINCKX, “Botst de autonome strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon op haar grenzen bij de eenpersoonsvennootschap” (noot onder Cass. 3 maart 2015), RABG 2015, afl. 14, 1004-1009.
P. WAETERINCKX, “De autonome strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon vereist een autonoom onderzoek” (noot onder Cass. 9 september 2014), RABG 2015, afl. 1, 11-16.
P. WAETERINCKX, De strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon en zijn leidinggevenden, Antwerpen, Intersentia, 2015, 250 p.
I. ARNAUTS, S. DE DECKER, I. DELBROUCK, L. DELBROUCK, T. DE MEESTER, S. DE MEULENAER, F. DERUYCK, S. DE WIT, F. D’HONT, A. DIERIKCX, T. GOMBEER, F. GOOSSENS, L. GYSELAERS, P. HELSEN, J. MEESE, F. MOLS, B. SPRIET, M. STERKENS, H. VAN BAVEL, D. VAN DAELE, K. VAN DE MOER, Y. VAN DEN BERGE, E. VAN DOOREN, S. VANDROMME, J. VAN DROOGBROECK, S. VAN DYCK, J. VANHEULE, K. VAN IMPE, F. VERBRUGGEN, P. WAETERINCKX, L. DE GEYTER, J. HUYSMANS, K. LEMMENS, J. THEUNIS, N. VAN LEUVEN, F. VANNESTE, J. VAN NIEUWENHOVE, N. VERBRUGGHE en W. VERIJDT, Strafrecht geannoteerd 2015, Brugge, die Keure, 2015, 1566 p.
P. WAETERINCKX, “Juridische ‘creativiteit’ ten dienste van de ‘kaalpluk’ bij accijns- en douanefraude” (noot Cass. 29 april 2014), NC 2014, afl. 4, 319-326.
P. WAETERINCKX, “Twee recente ontwikkelingen van belang voor het ondernemingsstrafrecht” in F. DERUYCK (ed.), Strafrecht in breed spectrum, Brugge, die Keure, 2014, 139-180.
P. WAETERINCKX, “Bestuurdersaansprakelijkheid vanuit strafrechtelijk perspectief” in X., CBR Jaarboek 2013-2014, Antwerpen, Intersentia, 2014, 177-236.
P. WAETERINCKX, “Bezint voor ge begint, de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van een bestuurder en/of die van de onderneming”, RW 2013-14, afl. 2, 71-73.
P. WAETERINCKX, “Het beslag bij equivalent op vermogensvoordelen. Geen wiskundige precisie als regel, wel een zorgvuldigheidsplicht op basis van de beschikbare gegevens op het ogenblik van beslag”, NC 2013, afl. 5, 376-377.
D. DE WOLF, F. DERUYCK, B. VERVOORT, H. BERKMOES, P. WAETERINCKX, “Kroniek van de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof in strafzaken in 2012”, NC 2013, afl. 3, 205-237.
P. WAETERINCKX en H. HUYSMANS, “De illegale oorsprong van het vermogensvoordeel dat men witwast. Hoe onbepaald mag de omvang ervan zijn?” (noot onder Cass. 3 april 2012), NC 2013, afl. 3, 245-249.
P. WAETERINCKX, “Securitas revisited? Morrelen aan de verjaring van de strafvordering als beleidsinstrument” in F. DERUYCK, E. GOETHALS, L. HUYBRECHTS, J.-F. LECLERCQ, J. ROZIE, M. ROZIE, P. TRAEST, R. VERSTRAETEN (eds.), Amicus Curiae. Liber amicorum Marc De Swaef, Antwerpen, Intersentia, 2013, 527-546.
P. WAETERINCKX, “Witwassen – Hoe gekende regels en rechtspraak toch occasioneel nog voor problemen kunnen zorgen” (noot onder Cass. 22 januari 2013), RABG 2013, afl. 8, 473-477.
P. WAETERINCKX en D. VERRECKT, “Over het bestaan van tegenstrijdige uitspraken van de strafrechter na het alleenlijk aanwenden van een rechtsmiddel door de burgerlijke partij” (noot onder Cass. 3 januari 2013), NC 2013, afl. 2, 108-110.
P. WAETERINCKX, “De rechtspersoon binnen het Salduz-kluwen” (noot onder Cass. 25 september 2012), RABG 2013, afl. 1, 29-40
P. WAETERINCKX, “Leveren alle misdrijven vermogensvoordelen op in de zin van artikel 42, 3° Sw.?” (noot onder Cass. 10 januari 2012), RABG 2012, afl. 13, 900-909.
P. WAETERINCKX, “De uitspraak van het gezond verstand (‘!’ of ‘?’)” (noot onder Brussel 11 oktober 2011), RABG 2012, afl. 8, 533-542.
P. WAETERINCKX, “Het onroerend goed als vermogensvoordeel” in J. ROZIE (ed.), Het onroerend goed in het straf(proces)recht, Antwerpen, Intersentia, 2012, 61-144.
P.WAETERINCKX, “De strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de bedrijfsrevisor” in X., Recht & onderneming in de praktijk – Anti-fraudebeleid in de onderneming – De taken en verantwoordelijkheden van bestuur en commissaris, Kortrijk, UGA, 2012, 231-256.
P. WAETERINCKX, “Over ‘lege dozen’ en de saisine van de onderzoeksrechter” in F. DERUYCK (ed.), Het strafrecht bedreven. Liber Amicorum Alain De Nauw, Brugge, die Keure, 979-993
P. WAETERINCKX, “Effent de rechtspraak van het grondwettelijk hof stilaan het pad naar de distributieve toepassing van artikel 2 Sw.?” in F. DERUYCK (ed.), Strafrecht … meer dan ooit, Brugge, die Keure, 2011, 219-246.
P. WAETERINCKX, “Het beslag in (fiscale) strafzaken” in M. ROZIE en M. MAUS (eds.), Actuele problemen van het fiscaal strafrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, 567-625.
P. WAETERINCKX, “’After the event, even the fool is wise” (noot onder Antwerpen 15 september 2010), RABG 2011, afl. 14, 989-993.
P. WAETERINCKX, “Artikel 2 Sw., vasthouden aan quasi mathematische (doch wellicht verouderde) zekerheden of met enige moed het referentiekader loslaten op zoek naar nieuwe inzichten”, RABG 2011, afl. 2, 109-116.
P. WAETERINCKX, “Het daderschap van de werknemer in het sociaal strafrecht. Is sociaal strafrecht dan geen strafrecht meer?”, NC 2010, 342-347.
P. WAETERINCKX, “Het Hof van Cassatie en de distributieve toepassing van artikel 2 Sw. naar aanleiding van een arrest van 19 mei 2009” in F. DERUYCK, M. DE SWAEF, J. ROZIE, M. ROZIE, P. TRAEST en R. VERSTRAETEN (eds.), De wet voorbij. Liber Amicorum Luc Huybrechts, Antwerpen, Intersentia, 2010, 619-636.
P. WAETERINCKX, “De strafrechtelijke verantwoordelijkheid van leidinggevende (België)” in Nederlands-Vlaamse Vereniging voor Strafrecht (ed.), De strafrechtelijke verantwoordelijkheid van leidinggevenden – in de economische context, Nijmegen, Wolf Legal Publishers, 2010, 107-219.
F. DERUYCK en P. WAETERINCKX, “Tien jaar strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon (1999-2009). Verleden en heden van de rechtspersoon in het strafrecht vanuit juridisch en praktisch oogpunt – Capita selecta van markante problemen” in X., CBR Jaarboek 2009-2010, Antwerpen, Intersentia 2010, 1-92.
F. DERUYCK en P. WAETERINCKX, “Daderschap en strafrechtelijke verantwoordelijkheid voor sociaalrechtelijke misdrijven” in G. VAN LIMBERGHEN (ed.), Sociaal handhavingsrecht, Antwerpen, Maklu, 2010, 87-132.
P. WAETERINCKX, en K. DE SCHEPPER, “Een valse getuigenis sluit valsheid in geschriften niet uit”, RABG 2010, afl. 7, 420-424.
P. WAETERINCKX en K. DE SCHEPPER, “Enkele bedenkingen bij de objectivering van de beoordeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid in het ondernemingsstrafrecht” in M. FAURE en W. RAUWS (eds.), Recente ontwikkelingen in het arbeids-, economisch, straf- en familierecht, Liber Amicorum Jos Van Goethem, Antwerpen, Intersentia, 2009, 139-168.
P. WAETERINCKX, en K. DE SCHEPPER, “Hoe evidenties plots geen evidenties meer zijn bij een te ‘enthousiaste’ kaalpluk en buitgerichte bestraffing”, RABG 2010, afl. 1, 48-55.
P. WAETERINCKX en T. VAN HOOGENBEMT, “Het Hof van Cassatie en het arrest C-367/05 van het Hof van Justitie: dekt het Belgische begrip ‘eenheid van opzet’ het begrip ‘dezelfde feiten’ onder het ne bis in idem-beginsel van artikel 54 SUO”, NC 2009, afl. 2, 112-120.
P. WAETERINCKX, “De invloed van het gedrag van organen en andere leidinggevenden als beoordelingsfactor voor de morele toerekening van misdrijven aan de rechtspersoon. Een moeilijke evenwichtsoefening die soms flirt met de grenzen van de afgeleide strafrechtelijke verantwoordelijkheid”, RABG 2009, afl. 7, 479-487.
P. WAETERINCKX, “Het cryptische oordeel van de Mechelse correctionele rechtbank mag o.i. niet zo worden geïnterpreteerd dat een wettelijke toerekening zoals in de Welzijnswet de effecten van een rechtsgeldige delegatie van bevoegdheden zou uitsluiten maar wel dat de delegerende een toezichtverplichting blijft behouden op de correcte uitoefening van de delegatie; niet het minst bij wettelijke toerekening”, RABG 2009, afl. 1, 64-74.
P. WAETERINCKX, “Zelfs de beste jurist kan kromme wetgevende intenties niet rechttrekken” (noot onder GwH 21 februari 2007), T. Gem. 2008, afl. 4, 262-275.
P. WAETERINCKX, “Artikel 5 lid 4 Sw.: wat baten kaars en bril als de uil niet zien en wil?”, NC 2008, afl. 6, 440-447.
P. WAETERINCKX, “De redelijke termijn en het strafrechtelijk kort geding. Het gebrek aan (tijdige) procesrechtelijke hoedanigheid als verzwarende omstandigheid van het miskennen van de redelijke termijn”, RABG 2008, afl. 13, 789-795.
P. WAETERINCKX, “Witwassen anno 2007 e.v.”, Ad Rem 2008, afl. 2, 35-44.
P. WAETERINCKX en K. DE SCHEPPER, “Witwassen in België van illegale vermogensvoordelen gehaald uit een buitenlands basismisdrijf na de wet van 10 mei 2007 houdende diverse maatregelen inzake heling en inbeslagneming en het arrest C-367/05 van het Hof van Justitie”, RABG 2008, afl. 1, 43-58.
P. WAETERINCKX, “De strafrechtelijke aansprakelijkheid – Deel II, Hoofdstuk 1, Afdeling 1, § 3, punt F” in X., Bestendig Handboek Vennootschap en Aansprakelijkheid, Mechelen, Kluwer, 2008, losbl.
P. WAETERINCKX, “De strafrechtelijke verantwoordelijkheid van twee vaste vertegenwoordigers uit het vennootschapsrecht”, NC2007, afl. 1, 23-38.
P. WAETERINCKX, “De verwatering van het basismisdrijf als constitutief bestanddeel van het witwasmisdrijf” in A. DE NAUW (ed.), De groeipijnen van het strafrecht, Brugge, die Keure, 2007, 29-58.
P. WAETERINCKX, “De lasthebber ad hoc, nog steeds lastiger dan gedacht …” (noot onder GwH 5 december 2005), RABG 2007, afl. 6, 379-392.
P. WAETERINCKX, “De relatie tussen de autonome strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon en de wettelijke/conventionele toerekeningen in bijzondere strafbepalingen. Duidelijkheid a.u.b.!” (noot onder Cass. 20 december 2005), RABG 2006, afl. 20, 1507-1511.
P. WAETERINCKX, “Worstelen met de toerekening van misdrijven aan een rechtspersoon. De strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon is een autonome en geen afgeleide verantwoordelijkheid” (noot onder GwH 5 mei 2004), NC 2006, afl. 1, 29-33.
P. WAETERINCKX, “De autonome strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon en de samenloop van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon met deze van de natuurlijke persoon (art. 5 lid 2 Sw.). ‘A never ending story’”, T. Strafr. 2005, afl. 6, 461-472.
P. WAETERINCKX, “Telefoontap en motivering” (noot onder Corr. Hasselt 12 mei 2005), RABG 2005, afl. 16, 1527-1534.
P. WAETERINCKX, “Inzage in het vertrouwelijke dossier betreffende bijzondere opsporingsmethoden via de omweg van het verzoek tot het verrichten van bijkomende onderzoekshandelingen (art. 61quinquies Sv.)” (noot onder Gent 6 december 2004), RABG 2005, afl. 13, 1220-1224.
P. WAETERINCKX, “Is de eenmaligheid van het verzoek tot het verrichten van bijkomende onderzoekshandelingen tijdens de eerste fase van de regeling van de rechtspleging absoluut?” (noot onder Gent 3 maart 2005), RABG 2005, afl. 13, 1205-1215.
P. WAETERINCKX, “Toerekening van het milieumisdrijf en het daderschap” in A. DE NAUW, P. FLAMEY en J. GHEYSELS (eds.), Milieustrafrecht en milieustrafprocesrecht: actuele vraagstukken, Brussel, Larcier, 2005, 89-156.
S. COISNE en P. WAETERINCKX, “La sauvegarde des droits de la défense d’une personne morale, son droit au silence et le mandataire ad hoc comme garant de ces droits” in M. NIHOUL (ed.), La responsabilité pénale de la personne morale, Brugge, die Keure, 2005, 307-364.
M. FAURE en P. WAETERINCKX, “De strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon: een blik op de rechtspraak en enkele beschouwingen uit de praktijk”, T. Strafr. 2004, afl. 6, 318-345.
P. WAETERINCKX, “Strafbaarheid van rechtspersonen en toerekening van misdrijven”, NjW 2004, afl. 91, 1298-1302.
P. WAETERINCKX, “Het beslag in strafzaken sinds de “Kaalplukwet” bekeken vanuit het ondernemingsstrafrecht” in J. DENOLF en E. FRANCIS (eds.), Follow the money. De jacht op crimineel geld, Brussel, Politeia, 2004, 115-168.
P. WAETERINCKX, “De strafrechtelijke verantwoordelijkheid van enkele toezichthouders op de normconformiteit als middel van een behoorlijker bestuur van de onderneming”, RW 2003-2004, afl. 40, 1647-1664.
P. WAETERINCKX, “Tien jaar financieel rechercheren en de proactieve recherche. Enkele kritische bedenkingen vanuit het standpunt van de verdediging” in M. SAMBLANX, J. SPREUTELS, P. WAETERINCKX, J. DORAENE, F. DESTERBECK, E. WYMEERSCH, C. TERRIER, J. DENOLF en H. JAMAR (eds.), Voor een goed begrip: financieel economisch rechercheren, Brussel, Politeia, 2004, 29-45
P.D.G. CABOOR en P. WAETERINCKX, “De strafuitsluitende verschoningsgrond van artikel 5, lid 2 van het Strafwetboek: ook het internationaal recht sluit de discussie” (noot onder Cass. 5 maart 2002), RW 2003-2004, afl. 14, 536-539.
S. DE MEULENAER en P. WAETERINCKX, “De lasthebber ad hoc in het strafprocesrecht: lastiger dan gedacht?”, RW 2003-2004, afl. 11, 401-410.
J. DE SAMBLANX, B. DE BIE en P. WAETERINCKX (eds.), De wet van 19 december 2002 tot uitbreiding van de mogelijkheden tot inbeslagneming en verbeurdverklaring in strafzaken. Kaalpluk, haarpluk?, Antwerpen, Intersentia, 2004, 246.
P. WAETERINCKX, “Het strafrechtelijk beslag sinds 24 februari 2003. Een nieuwe mijlpaal in het buitgericht rechercheren. Een analyse vanuit de invalshoek van het ‘ondernemingstrafrecht’” in M.J. DE SAMBLANX, B. DE BIE en P. WAETERINCKX (eds.), De wet van 19 december 2002 tot uitbreiding van de mogelijkheden tot inbeslagneming en verbeurdverklaring in strafzaken. Kaalpluk, haarpluk?, Antwerpen, Intersentia, 2004, 7-79.
P. WAETERINCKX en J. VAN STEENWINCKEL (eds.), Strafrecht in de onderneming. Praktische gids voor bestuurders en zaakvoerders, Antwerpen, Intersentia, 2004, 584 p.
P. WAETERINCKX, “De strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon. Een kritische analyse van enkele capita selecta uit de eerste rechtspraak” in A. DE NAUW (ed.), Strafrecht van nu en straks, Brugge, die Keure, 2003, 181-269.
P. WAETERINCKX, “La responsabilité pénale, un risque maîtrisable pour l’entreprise?La délégation en droit pénal”, Rev.dr.pén. 2003, afl. 4, 425-473.
I. VERHAERT en P. WAETERINCKX, “Strafrechtelijke verantwoordelijkheid, een beheersbaar ondernemingsrisico? De delegatie in het strafrecht”, RW 2001-2002, afl. 29, 1009-1026.
P. WAETERINCKX, “De cumulatie van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon met die van de natuurlijke persoon”, RW 2000-2001, afl. 33, 1217-1229
P. WAETERINCKX en P. CABOOR, “De dading door de overheid”, CDPK 2001, 229-251.
Willem Henckens is gespecialiseerd in geschillenbeslechting in de brede zin van het woord, met een bijzondere focus op het vennootschapsrecht en aansprakelijkheid in het algemeen. Daarnaast heeft Willem een ruime expertise opgebouwd in het behandelen van strafrechtelijke geschillen.
Willem is licentiaat in de Rechten (Universiteit Antwerpen 2001) en behaalde een LL.M. aan University College London (UCL) in 2002.
Willem werkte van 2002 tot 2011 bij de Belgische vestigingen van magic circle kantoor Allen & Overy LLP (litigation departement) en nadien in de departementen commercial law en fraud & white collar crime van een vooraanstaand Belgisch advocatenkantoor te Brussel.
Op 1 september 2020 startte Willem als of counsel bij Waeterinckx Advocaten Ondernemingsstrafrecht.
W. Henckens, "Over het onderzoek van klachtmisdrijven en de strafrechtelijke bescherming van logo's", noot onder Corr. Antwerpen 13 oktober 2003, RABG 2004, 1094.
W. Henckens, "Strafbepalingen in het Wetboek van Vennootschappen m.b.t. de NV, in X., De NV in de praktijk, Antwerpen, Kluwer, 2008.
W. Henckens, "Strafbepalingen in het Wetboek van Vennootschappen m.b.t. de BVBA, in X., De BVBA in de praktijk, Antwerpen, Kluwer, 2008.
W. Henckens, "De geschillenregeling", in X., De NV in de Praktijk, Antwerpen, Kluwer, 2012.
Ruben Van Herpe legt zich toe op het straf- en strafprocesrecht, in het bijzonder alle facetten van het ondernemingsstrafrecht.
Ruben studeerde aan de KU Leuven (Master in de rechten, 2013; en Master in de fiscaliteit, 2014).
Hij is lid van de balie van Antwerpen sinds 2014 en werkt sinds de start in 2016 bij Waeterinckx Advocaten.
Ruben is houder van een getuigschrift ‘Bijzondere Opleiding Cassatieprocedures in Strafzaken’ en van een getuigschrift ‘Permanente vorming Douane & Accijnzen’.
Ruben is sinds 2017 ook deeltijds assistent bij het Instituut voor Strafrecht (KU Leuven).
14 juni 2019Permanente vorming over strafrechtelijke fraudemisdrijven aan de Conferentie
20 juni 2019Seminarie van LegalNews over witwassen en fiscaal strafrecht anno 2019
R. VAN HERPE, “Ontvankelijk hoger beroep na ontvankelijk verzet vereist automatisch een beoordeling ten gronde” (noot onder Grondwettelijk Hof 26 september 2019, nr. 123/2019), NjW 2020, afl. 422, 398-399.
R. VAN HERPE, “Het ambtshalve middel afgeleid uit een nieuw element als sleutel voor een eerder door het grievenformulier gesloten deur” (noot onder GwH 16 mei 2019, nr. 67/2019), NJW 2019, afl. 413, 894
R. VAN HERPE, "Recht van verdediging en wapengelijkheid vereisen beperkt volgberoep voor beklaagde" (noot onder GwH 6 juni 2019, nr. 96/2019), NJW 2019, afl. 411, 800 - 801
R. VAN HERPE, “Europees aanhoudingsbevel, voortgezette hechtenis en beslissingstermijn van 90 dagen”, NJW 2019, 335
B. SPRIET en R. VAN HERPE, “Actualia strafrechtelijke fraude: misdrijf, rechtspersoon, beroepsverbod” in THEMIS (ed.), Straf- en strafprocesrecht nr. 110, Brugge, die Keure, 2019, 55-141
P. WAETERINCKX en R. VAN HERPE, “De wettelijke regeling i.v.m. de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon ontdoet zich na 19 jaar van twee groeipijnen, NC 2018, afl. 6, 541-56
P. WAETERINCKX en R. VAN HERPE, “Het Grondwettelijk Hof doorprikt de punctuele acupunctuur van artikel 28septies Sv.”, NC 2018, afl. 1, 29-34
P. WAETERINCKX en R. VAN HERPE, “Het juridisch spanningsveld betreffende de cumulatie van bijzondere verbeurdverklaring van vermogensvoordelen en belasting”, TFR 2017, afl. 532, 925-934
R. VAN HERPE, “Non bis in idem: een verwittigd rechter is er twee waard” (noot onder Cass. 22 maart 2016), T. Strafr. 2016, afl. 5, 363-366
C. BARBIER en R. VAN HERPE, “Fiscale strafprocedure” in P. WAETERINCKX, F. VAN VOLSEM en F. DERUYCK (eds.), Strafrecht in de onderneming. Praktische gids voor bestuurders en zaakvoerders, Antwerpen, Intersentia, 61-114.
Joost Huysmans legt zich toe op het straf- en strafprocesrecht, in het bijzonder alle facetten van het ondernemingsstrafrecht en de cassatieprocedure in strafzaken.
Joost studeerde rechten aan de KU Leuven (Master in de rechten, 2008, Doctor in de rechten, 2016) en de College of Europe (LL.M. European Legal Studies, 2009).
Van 2009 tot 2015 was Joost werkzaam als assistent op het Instituut voor strafrecht van de KU Leuven. Daar doctoreerde hij onder promotorschap van prof. dr. Frank Verbruggen en co-promotorschap van prof. dr. Raf Verstraeten op het thema “Legitieme verdediging. Gebruik en misbruik van de procedurele rechten door de verdediging in strafzaken.” Dit doctoraat werd in 2018 bekroond met de prestigieuze Fernand Collin-prijs voor recht. Sinds 2015 is hij verbonden met het Instituut voor strafrecht van de KU Leuven als vrijwillig wetenschappelijk medewerker.
Joost trad in 2016 via de advocatenassociatie Eubelius toe tot de balie. Hij maakte van 2016 tot 2020 deel uit van het advocatenkantoor Verstraeten, Dewandeleer & Gillard (VDG-advocaten) in Leuven, waar hij zich verder specialiseerde in het economisch strafrecht en in de cassatieprocedure in strafzaken. Sinds mei 2020 maakt hij deel uit van Waeterinckx Advocaten.
Joost is houder van het getuigschrift ‘Bijzondere Opleiding Cassatieprocedures in Strafzaken’ en van het getuigschrift ‘Salduz – bijstand van een advocaat bij het verhoor’.
Joost is de auteur van wetenschappelijke bijdragen over het Europees en Belgisch strafprocesrecht en spreekt regelmatig op studiedagen in deze materies. Hij is lid van de redactie van het tijdschrift Politie & Recht.
5 december 2017: Conferentie Jonge Balie Limburg: “De nieuwe Salduz-wetgeving”
21 april 2017: VRG-alumnidag 2017 ‘Recht in beweging’: “De nieuwe Salduz-wetgeving”
23 juni, 6 juli en 8 juli 2016: M&D Seminars Kontich, Gent, Leuven: “De belangrijkste hervormingen in het strafrecht gewikt en gewogen”
27 februari 2015: Permanentie vorming Balie Leuven: “Vinger aan de Salduz-pols” (met F. Verbruggen)
J. Huysmans, “Het recht op bijstand van een advocaat bij het verhoor: een ruim maar relatief recht” (noot onder EHRM 9 november 2018, Beuze t. België),P&R2020, 40-52
J. Huysmans, F. Goossens, H. Berkmoes, M. Colette en K. Stas,Wetboek Salduz geannoteerd 2019, Brugge, die Keure, 2019, 599 p.
J. Huysmans, “De verlenging van de arrestatietermijn tot 48 uur”,P&R2018, 87-112
J. Huysmans, “Ius est vigilantibus, ook voor minderjarigen. De nieuwe Ibrahim-criteria van het EHRM voor de sanctionering van een miskenning van de Salduz-waarborgen, toegepast op minderjarigen” (noot onder EHRM 27 april 2017, Zherdev t. Oekraïne),TJK2018, 98-111
J. Huysmans,Legitieme verdediging, Antwerpen, Intersentia, 2017, 958 p.
J. Huysmans, “Procesmisbruik door de verdediging in de strafprocedure: een contradictio in terminis?”,RW2016-17, 802-815
J. Huysmans, F. Vanneste, J. Van Nieuwenhove, L. De Geyter, H. De Vylder, S. Lambrecht, K. Lemmens, M. Merrigan, K. Muylle, W. Pas, B. Seutin, B. Steen, J. Theunis, P. Vandenheede, G. Van Haegendoren, N. Van Leuven, N. Verbrugge, L. Vermeire en W. Verrijdt,Geannoteerd wetboek Grondwet en EVRM 2016, Brugge, die Keure, 2016, 931 p.
J.Huysmans, J. Vandeuren en A. Bailleux, “Overzicht van enkele recente wijzigingen in het straf- en strafprocesrecht”,Vigiles2016, 137-179
J. Huysmans, A. Bailleux en S. De Hert, “Stevige verbouwingen in het strafprocesrecht: de procedure met voorafgaande erkenning van schuld, de invoering van conclusietermijnen in strafzaken en een vernieuwd stelsel van rechtsmiddelen”, in F. Verbruggen, (ed.),Themis straf- en strafprocesrecht 2015-2016, Brugge, die Keure, 2016, 123-194
J. Huysmans, “The criminal judge can do everything …?De ruime draagwijdte van de teruggave (art. 44 Sw.) in strafzaken en de impact daarvan op de bevoegdheid van de strafrechter op burgerlijk gebied”,TRV/RPS2016, 275-278
J. Huysmans, J. Vandeuren en A. Bailleux, “Overzicht van enkele recente wijzigingen in het straf- en strafprocesrecht”,Vigiles2015, 61-80
J. Huysmans en H. Berkmoes, “Salduz-actualia: Europees en internrechtelijk perspectief”,Vigiles2015, 47-60
J. Huysmans, “Salduz en derdenwerking”,NJW2015, 82-94
J. Huysmans, “Salduz-sancties tijdens voorlopige hechtenis”,NJW2013, 286-296
J. Huysmans, F. Verbruggen en C. Conings, “Dagelijkse kost: Europese ingrediënten die het Belgische strafrecht kruiden”, in F. Verbruggen, R. Verstraeten en B. Spriet (ed.),Themis straf- en strafprocesrecht 2012-2013, Brugge, die Keure, 2013 1-80
J. Huysmans, R.Verstraeten, D. Van Daele en A. Bailleux,De burgerlijke partijstelling: analyse en toekomstperspectief. Een rechtsvergelijkende studie, Antwerpen, Intersentia, 2012, 435 p.
J. Huysmans, “Het bevel tot verlenging: een stille revolutie in de voorlopige hechtenis?”RW2011-2012, 1702-1712
J. Huysmans, F. Verbruggen en K. Van Geyt, “Advocaten als aristocraten? Is het bijzonder BIM-regime voor advocaten verantwoord?”.Orde van de Dag2011, 73-82
Julie Petersen specialiseert zich in het straf- en het strafprocesrecht.
Zij behaalde een Master in de Rechten (Universiteit Antwerpen, 2018) en een Bachelor in de Toegepaste Taalkunde, Frans-Italiaans (KU Leuven, 2014).
Julie’s thesis (‘Naar nieuwe verbale uitingsmisdrijven in de strijd tegen terreur?’) werd in 2018 beloond met de prijs van de Orde van Advocaten Antwerpen. Tijdens haar studies won zij verder de Nationale Pleitwedstrijd Grondwettelijk Recht en Mensenrechten (2018) en volgde zij een zomercursus ‘Legal studies: Punishment, Culture and Society’ (University of California – Berkeley, 2017).
In september 2018 ging zij aan de slag bij Waeterinckx Advocaten.
J. PETERSEN, "Naar nieuwe verbale uitingsmisdrijven in de strijd tegen terreur?", NC 2019, nr. 0, 50-74.
Arne Fierens specialiseert zich in ondernemingsstrafrecht en burgerlijke aansprakelijkheid.
Hij behaalde een Master of laws in de rechten, in de afstudeerrichting straf- en strafprocesrecht (VUB juni 2018). Daarnaast behaalde hij eind 2018 een master-na-master in het vennootschapsrecht aan de KU Leuven, campus Brussel.
Reeds tijdens zijn studies koppelde Arne in zijn werk verscheidene rechtsgebieden aan elkaar zoals het sportrecht en het strafrecht in zijn masterproef ‘Slagen en verwondingen tussen voetbalspelers tijdens de wedstrijd’ en het aansprakelijkheidsrecht en het strafrecht in zijn ManaMa-thesis met een onderzoek rond “De strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen en hun bestuurders voor ongevallen waarvan werknemers het slachtoffer zijn.”
Arne is medewerker bij Waeterinckx Advocaten sinds september 2019.
Martine Veyssière heeft een uitgebreide ervaring in Human Resources en Communicatie. Zij bekleedde verschillende leidinggevende functies in de energie- en petroleumsector. Martine heeft ook verscheidene bestuurdersmandaten uitgeoefend, onder meer voor pensioenfondsen.
Martine heeft een Master in Vertaling Nederlands, Engels en Russisch (Universiteit Antwerpen, 1986).
Zij werkt bij Waeterinckx Advocaten sinds eind 2016 als Chief Administration Officer;
Daarnaast geeft Martine advies in HR, organisatie en loopbaanbeheer aan bedrijven en leidinggevenden.
Evi Van Gestel heeft een brede ervaring in beheer, organisatie en office management in de hotelwereld en advocatuur
Evi heeft een Bachelor in Hotelmanagement (Artesis Plantijnhogeschool Antwerpen, 1999).
Evi bekleedde eerst verschillende (middenkader)functies binnen AccorHotels en werd nadien operationeel directeur voor de verblijfsaccomodatie van een sociaal-culturele organisatie.
Zij werkt bij Waeterinckx Advocaten sinds maart 2019 als office manager.